Interviews

Interview met taxateur en antiquaar Arie Molendijk

 
Taxateur Arie Molendijk
 
Onlangs vierde Arie Molendijk (1959) zijn 3000ste taxatiedag. Onberispelijk gekleed reist Arie al decennia lang door het land om op locatie boeken te taxeren en te kopen. Ik sprak met hem over zijn verdienmodel, de liefde voor oude boeken, en de toekomst van de antiquarische boekhandel.
 

Hoe ben je in het boekenvak terecht gekomen?

Van mijn moeder weet ik dat ik in de box intensief bezig was met oude kranten. Op mijn manier zat ik ijverig hardop te lezen in een onverstaanbaar taaltje. Ik stapelde en rangschikte de kranten.

Ik ben tussen de boeken opgegroeid. Mijn vader was een boer met een mooie collectie oude boeken. Ooit grotendeels geërfd van zijn gelijknamige grootvader Dirk, een gezeten boer die in zijn jonge jaren met paard en tilbury stad en land afreisde naar veilingen. In de voorkamer van onze oude boerderij stond de enorme bibliotheek van mijn vader. Niemand mocht daarbij in de buurt komen. Stiekem kroop ik ernaartoe en tekende diverse titelpagina’s na van boeken van rond 1600, in rood en zwart. Voordat ik op de lagere school zat, kon ik al oude drukletters lezen. Prachtig vond ik het om tussen al die oude perkamenten boeken te snuffelen! Soms dacht ik echt te leven in die tijd.

Antiquaar Hans van den Tol uit Dordrecht zei vroeger tegen mij: “Je vader weet wat hij koopt”. De liefde voor oude boeken is dus van vader op zoon doorgegeven. Zo ben ik er ingerold. In 1997 ben ik begonnen als taxateur.

Wat vind je het aantrekkelijkste aspect van dit vak?

Als ik op pad ga naar een taxatiedag is het altijd weer een verrassing wat ik

tegenkom. Ik ga zonder verwachtingen op stap, dan kan het altijd meevallen. De ontmoetingen met mensen, de verhalen bij een boek, het vele reizen — geweldig! Ik moet er op uit! De gehele dag thuis tussen de boeken is best aardig, maar dat hou ik nog geen twee dagen vol. Een recent hoogtepunt was een reis naar Curaçao, waar ik niet alleen vele interessante mensen ontmoet heb, maar tevens een prachtige bibliotheek over onder andere het slavernijverleden mocht beschrijven en taxeren.

Ook spannend zijn de onbekende boeken die ik tegenkom. Boeken die nergens te vinden zijn, zelfs geen beschrijving. Of een boek dat bijvoorbeeld voor het laatst in een verkoopcatalogus uit 1863 heeft gestaan, maar daarna nooit meer is gezien. Zo’n boek kan tijdens een taxatiedag zomaar uit een tas tevoorschijn komen!

Het taxeren van boeken is een vak apart. Je moet met mensen om kunnen gaan,

vriendelijk en respectvol. Je moet niet alleen vlotweg roepen “dat is niks waard”, of simpelweg een bedrag noemen, maar ook iets vertellen over het boek. Pas dan wordt duidelijk waaróm het zo weinig of veel waard is. Ik heb in de loop der jaren wel eens mensen met kennis meegenomen naar taxatiedagen. Dat ging van geen kanten. Onzeker in de omgang en klungelend met een laptop. Dat duurt veel te lang. Als ik het niet weet, pak ik de telefoon en bel ik naar Burgersdijk & Niermans.

Ik taxeer boeken op een veilingwaarde. Dát is de echte waarde, níet de winkelwaarde. Daar ben ik op een taxatiedag heel duidelijk over. Ik kan hier nog wel uren over doorgaan. Maar ik maak ook fouten; niemand is volmaakt. Een antiquaar/taxateur die alles weet, bestaat niet. Je kunt van collega’s leren, en van je eigen fouten, wees dus niet eigenwijs.

Kun je iets vertellen over jouw verdienmodel?

Heel eenvoudig: wat ik inkoop, probeer ik te verkopen. En dat wat er tussenin zit stop ik in mijn zak: dat is de winst. Het gaat mij niet om vette winsten. Ik kom goed rond en kan ervan leven. Als ik dan ook nog plezier heb in mijn werk, ben ik tevreden. Ik heb in de loop der jaren een uitgebreid klantenbestand opgebouwd. Daarnaast bied ik boeken ook aan op veilingsite Catawiki. Daar vind ik een internationaal publiek dat goede prijzen betaalt. Soms zet ik een mooi boek op de plank zodat ik er nog wat langer van kan genieten.

Verkopen is voor mij een spel en een geweldige ontspanning. Er zijn ook antiquaren die heel zenuwachtig worden als ze bezig zijn met verkopen. Als ik dat zie, denk ik: “wat een kinderachtig gedoe”. Bloedserieus en gespannen. Van 1997 tot 2005 heb ik ook een veilinghuis gehad. Dat waren geweldige jaren. Boeken veilen is fantastisch! Je moet niet als een zoutzak op een stoel zitten en met een hamertje zwaaien. Nee, dat werkt niet. Je moet gaan staan, in beweging blijven en de hele zaal aan je binden!

Hoe ziet jouw typische werkdag eruit?

In ieder geval vroeg uit de veren. Soms al voor 5.00 uur. Dan is het nog lekker rustig. Geen telefoon. Ik ben absoluut niet lui en uitslapen doe ik niet. Iedere dag ziet er anders uit. Driemaal per week heb ik mijn vaste taxatiedagen in den lande en deels op uitnodiging. Daarnaast doe ik taxaties aan huis of beoordeel ik collecties voor een veiling (ik werk al jaren samen met Burgersdijk & Niermans).

Verder ben ik thuis bezig met het beschrijven van boeken, die ik vervolgens aanbied en een enkele maal restaureer. En ook de taxatiedagen moet ik natuurlijk ruim van te voren organiseren. Eigenlijk kom ik tijd te kort. Ik word ouder en krijg het steeds drukker! Mijn agenda is tot in 2024 gevuld met alle mogelijke afspraken in binnen- en buitenland.

Wat is het interessantste boek dat je hebt verkocht?

Twee keer heb ik een handgeschreven getijdenboek verkocht, een Franse en een Noord-Nederlandse. Ook heb ik eens een onbekende Deventer incunabel uit 1472 verkocht. En zo kan ik nog wel even doorgaan.

 
 
Verzamel je zelf? En zo ja, wat?

Een antiquaar die niet verzamelt is geen antiquaar. Ooit had ik een prachtige handbibliotheek met betrekking tot theologie en (kerk)geschiedenis. Hier had ik jaren over gedaan, met hulp van antiquaar Hans van den Tol uit Dordrecht, die ik nu nog waardeer als de grootste kenner van het religieuze boek. Jammer genoeg is mijn handbibliotheek tijdens mijn scheiding in verkeerde handen gekomen. Die krijg ik nooit meer terug. Gelukkig heb ik inmiddels weer een aardige verzameling oude theologie in originele banden.

Is er een boek dat je ooit nog zou willen kopen?

Dat heb ik onlangs op de laatste veiling bij Burgersdijk & Niermans kunnen kopen. Een zeldzaam naslagwerk van Vander Haeghen: Bibliographie des martyrologes Protestants Néerlandais, uitgeven in 1890 in twee forse delen, in een oplage van slechts 200 exemplaren, die zich vrijwel allemaal in bibliotheken bevinden. Vermoedelijk is dit mijn eigen set geweest, ooit gekocht bij Hans van den Tol in 1985. In dit werk worden in ruim 1500 pagina’s alle bekende martelarenboeken beschreven.

Verder zoek ik boeken uit mijn voorgeslacht met onder andere het ex libris stempel van N.A. Korevaar Bz. Te Molenaarsgraaf. Dat was de overgrootvader van mijn moeder, overleden in 1912: een boer die nooit werkte, maar wel verzamelde en las. Zijn bibliotheek, allemaal prachtbanden, atlassen etc., werd na zijn dood onder de vijf kinderen verdeeld. Seriewerken zijn toen liefdeloos uit elkaar gehaald en soms te gelde gemaakt. Beter een paar koeien voor dat geld. Zo ging dat.

Hoe kijk je aan tegen de huidige staat en de toekomst van de antiquarische boekhandel?

Met de komst van internet is het niet meer zo gezellig als vroeger. Ik ben in veel dingen nog van de oude stempel en maak graag gebruik van naslagwerken en mijn parate kennis. Met internet is alles onder handbereik, maar ik heb veel respect voor ouderwetse antiquaren die het zonder internet konden.

Er blijft zeker belangstelling voor het oude boek: dat zie je op veilingen, waar goede prijzen worden gehaald. En er komen ook nog steeds nieuwe verzamelaars bij. Alleen met het merendeel van de religieuze boeken is het gedaan. Antiquariaten gespecialiseerd in theologie staan bomvol en de prijzen worden steeds meer opgeschroefd. Als een particulier biedt op een zeldzaam theologisch boek, moet hij het meestal verliezen van hartstochtelijke handelaren die met rode oortjes bieden. Het theologische boek blijkt ineens zeldzaam.

“‘Zeldzaam! zeldzaam!’ zijn zo ongeveer de enige woorden die ze nog kunnen uiten!”, waren ooit de profetische woorden van Hans van den Tol.

https://www.persendruck.info/post/interview-met-taxateur-en-antiquaar-arie-molendijk

——————

 

De Week van het Oude Boek is niet volledig zonder taxateur Arie Molendijk aan het woord te laten. Deze ultieme liefhebber en kenner van het oude boek viert op 19 december het jubileum van 1500 uitgevoerde taxatiemiddagen. Hebban vroeg hem naar waardevolle en waardeloze boeken, vreemde ervaringen en vroeg zijn advies voor de verzorging van het oude boek.

Hoe lang ben je al taxateur en hoe rol je in een beroep als dit?

Sinds 1997 ben ik als taxateur begonnen en actief sinds 2001. Ik ben tussen de boeken opgegroeid. Vader was een gewone boer, daarbij een ontwikkelde man gezien zijn mooie collectie oude boeken. Antiquaar Hans van den Tol uit Dordrecht zei vroeger tegen mij: Je vader weet wat hij koopt. Dus van vader op zoon. Zo ben ik er ingerold.

Denk je dat het een uitstervend beroep is of zijn er ook nog wel jongelingen die dit werk doen?

Ik denk dat ik de jongste ben van de zeer weinigen die ik ken. Ik ben de enige die er volledig mijn beroep van heeft kunnen maken.

Waar komt je eigen liefde voor het oude boek vandaan?

Van mijn moeder weet ik dat ik in de box intensief bezig was met oude kranten. Op mijn manier zat ik ijverig hardop te lezen in een onverstaanbaar taaltje. Ik stapelde en rangschikte de kranten … In de voorkamer van onze oude boerderij stond de enorme bibliotheek van vader. Niemand mocht daarbij komen. Stiekem kroop ik ernaartoe en tekende diverse titelpagina’s na van boeken zo rond 1600 in rood en zwart. Voordat ik op de lagere school zat kon ik al oude drukletters lezen. Prachtig vond ik het om tussen al die oude perkamenten boeken te snuffelen. Soms dacht ik echt te leven in die tijd. (Kerk)geschiedenis en theologie een lust om ermee bezig te zijn.

Je doet (organiseert) vaak taxatiemiddagen waarbij mensen met hun oude boeken langs kunnen komen om te kijken of het iets waard is en ook om interessante achtergronden te ontdekken over hun boeken. Wat is het boek dat je het meeste tegenkomt, is het de bijbel in allerlei vormen en maten?

Correct. De bijbel zie ik in allerlei vormen en maten het meest. Op een taxatiemiddag zie ik vrijwel meer bijbels dan mensen. Soms denk ik wel eens dat er meer bijbels in ons landje zijn dan mensen. Onlangs kwam er een mevrouw binnenrijden met een winkelwagen vol bijbels, oud en nieuw echter zonder waarde. Het zilver en goud als beslag was er afgehaald. Ze was net bij een goudopkoper geweest en dacht dat haar verminkte bijbels ook nog wel een fortuin op zouden brengen. Helaas … Daarnaast kom ik heel veel (school)atlassen tegen. Vooral de Bosatlas. Als ik op zo’n dag geen bijbel of atlas zie, is er niemand geweest.

Welk soort boek wil je liever niet meer uit een tas zien komen op zo’n dag?

In principe zijn alle oude boeken welkom. Veelal hebben de boeken voor de eigenaar een emotionele waarde. Al is het niets waard, toch blijf ik vriendelijk en leg ik het ook uit waarom hun boek weinig of niets waard is. Soms moet ik het twee of drie keer vertellen eer het doordringt … “want de buurvrouw zag een zelfde boek op het programma ‘Tussen kunst en kitsch’ en meneer ziet u eens mijn bijbel is uit 1910 en is dus antiek 105 jaar oud … ziet u meneer! U kunt toch lezen?”.

Om nu te zeggen dat ik bijbels en atlassen liever niet uit een tas zie komen … je weet maar nooit wat er tussen zit. Om toch deze vraag te beantwoorden. Alstublieft geen romannetjes, encyclopedieën en hedendaagse woordenboeken.

Naast de taxatiemiddagen, wat doe je nog meer met oude boeken? Restaureer je ook?

Lezen, onderzoeken, beschrijven van boeken en verzamelen. Restaureren alleen oude waardevolle boeken in perkament en leder. De laatste jaren restaureer ik alleen met oud materiaal. Wat een boekbinder weggooit aan oud papier, leer- en perkamentresten herbruik ik (gebruik ik opnieuw). Een boekbinder is namelijk geen restaurateur. Vroeger maakte ik het boek mooier dan het was met nieuw materiaal. Vreselijk. Gelukkig heb ik geleerd: oud met oud!!. Ieder boek heeft weer een andere aanpak nodig. Ik kom soms boeken en bijbels tegen die door een erkend boekbinder zogenaamd zijn gerestaureerd. Ik word er misselijk van als ik dan een nieuwe band zie. Een foto van de oude band laat soms zien dat er nog een kapotte band omheen zat. ‘Lelijk he meneer, dit is toch netjes opgeknapt, hè’ hoor ik dan zeggen. Ja dan steek ik maar voorzichtig van wal dat het boek met die kapotte band in perkament of leder meer waarde zou hebben dan nu met die nieuwe band en het afgesneden boekblok. De oude band had nog behouden kunnen worden. Zo zag ik ooit een Statenbijbel uit 1657, de zogenaamde revisiebijbel met de zeldzame kaarten van Petrus Plancius en los achterin nog een paar handingekleurde kaarten van Claes Janz. Visscher uit 1643. Ik dacht eerst dat het een nieuwe bijbel was. Een nieuwe lederen band. Boekblok afgesneden … tot in de kaarten. Kaarten beplakt met een soort tape en de resterende kaarten van Visscher de marges er afgeknipt en met hele felle kleuren bijgekleurd. ‘Netjes he meneer’ Ik vroeg wat dat allemaal niet had gekost. 2000 euro …

Het valt dan niet mee om de eigenaar te vertellen dat deze bijbel voor die zogenaamde restauratie heel wat waarde zou hebben en nu eigenlijk bijna niets meer. Daarbij komt nog dat de bijbel verzekerd was door een kenner voor 10.000 euro.

Wat is een ‘gesloten antiquariaat’?

Geen bezoek aan huis. Ik ben eigenlijk meer een reizend taxateur. Mijn voorraad is beperkt.

Hoe zou je je beste stukje voorraad of je meest interessante titel willen aanprijzen?

Zeldzaam, origineel en compleet. Dat is de kracht om het goede en betere boek te verkopen.

Wat is je meest geweldige ontdekking ooit geweest als taxateur?

Een vraag die ik altijd krijg met een interview. Daar kan ik heel wat over vertellen. Jaren geleden kwam ik een enorme grote atlas tegen. Ongeveer 100 x 75 cm en zeker 20 cm dik. Het bleek een verzameling bij elkaar ingebonden kaarten op een lip, deels afgedrukt in ‘koper’ en de meesten met de hand gemaakt en prachtig handingekleurd zelfs met goud. Daterend vanaf 1580 tot ca. 1700. De kaartenmakers voor zover ik nog weet, waren Blaeu, Janssonius e.a. De rest vermoedelijk nagetekend? De band van leder was rijk bestempeld met goud alsmede het boekblok.

Daarnaast drie keer een getijdenboek, waarvan 2 incompleet en 1 in het Nederlands puntgaaf van ca. 1400. Gezien de versieringen in de marge hoogstwaarschijnlijk gemaakt in een der hanzesteden.

En vergeet niet de handgeschreven bijbel, waar prof. August Den Hollander in de VU een boeiend stukje over geschreven heeft, dat te lezen is op mijn website.

Wat is het raarste verzoek, opdracht of ervaring die je je kunt herinneren in je taxatiewerk?

Ooit kwam er een zeer devote dame aan de taxatietafel. Gekleed in diep zwart met 3 puntgave perkamenten boeken van Simon Oomius uit Kampen. Werken die ik nog nooit zo mooi gezien had. Met een ernstig gezicht vroeg mevrouw of ik bereid was die akelige witte banden er af te halen om er vervolgens zwarte banden om te doen. Ik keek mevrouw goed aan en zei dat ik dan een cultuurbaarbaar zou zijn. Ze begreep er niets van. ‘Meneer, als u het niet wilt doen ga ik naar een ander of ik verf ze zwart. Dat deed mijn vader vroeger ook.’ Toch probeerde ik de boeken nog te redden door een waarde te bepalen, en of mevrouw ze niet zou willen verkopen. Helaas. De boeken gingen weer de tas in en mevrouw schreed met gebogen hoofd zonder iemand te groeten naar buiten. Ik had een nare dag …

Nog een leuke ervaring in Friesland. Een oude man kwam al puffend en hijgend binnen met 2 loodzware werken van vader Cats, onder iedere arm een. Vermoeid liet de man de boeken vallen op de tafel. Een uitgave van 1862, bewerkt door Dr J. van Vloten met staalgravures van Kaiser. Toen mijn collega Ab van der Steur (overleden in 2012) voorzichtig vertelde dat deze Cats niet zoveel waard was dan de originele uit 1655 en ’58 bleek dat het mannetje niet kwam voor een taxatie, maar met een verhaal. ’s Avonds als ik naar bed ga zo zei de man, dan gebruik ik ze als opstapje om in de bedstee te klimmen … Het was goed te zien. De bovenste platten waren al duidelijk afgesleten. Ab zei nog tot behoud van het boek om er voortaan maar een kleedje op te leggen alvorens meneer deze klimpartij weer zou doen.

Nog een laatste anekdote vanuit Brabant. Wederom een bejaarde man, maar nu met een verfomfaaide Statenbijbel zwaar incompleet. Het boek Genesis en een stuk van het 2e boek Exodus waren er uitgescheurd… Eigenlijk niets meer waard. Maar nu het verhaal. Op het laatst van de Tweede Wereldoorlog ontbrak er toiletpapier. Papier werd steeds schaarser. De statenbijbel die ergens in de boerderij lag werd door de duitsers meegenomen en op het ‘huisje’ (een zogenaamd houten toilet buiten) gelegd en de bladen werden gebruikt als toiletpapier. Ze zijn met het eerste bijbelboek Genesis begonnen, dat betekent ‘wording’ of ‘het begin’. Naarmate het einde van de oorlog meer in zicht kwam werden de duitsers steeds zenuwachtiger en gingen steeds meer naar het huisje zodat het boek Genesis aan het einde kwam en men begon met scheuren in het boek Exodus. En daar is het bijgebleven. Want Exodus betekent UITTOCHT. De oorlog was voorbij en de duitsers vluchtten terug naar Duitsland.

Hoe kunnen mensen het beste voor hun (oude) boeken zorgen?

Gewoon droog bewaren en licht, koude en warmte vermijden.

 

Zijn er nog veel verzamelaars en kopers van oude boeken?

Gelukkig nog wel. Hoewel de verzamelaars meest oudere mensen zijn, komen er af en toe nieuwe en jonge verzamelaars bij.

Of denk je dat er ooit een tijd komt dat alles digitaal is opgeslagen en de werkelijke exemplaren de papierbak ingaan?

Laat maar niemand dat horen. Het oude boek gaat niet verloren. Een echte boekenliefhebber heeft liever een echt boek in handen, en wil zelfs soms niets hebben van een reprint of facsimile.

Wat zou je willen zeggen tegen de mensen die nog nooit een antiquariaat binnen zijn gestapt? Wat missen ze precies?

Een echte boekenliefhebber gaat als het kan zelf naar een antiquariaat of veiling. Als je thuis voor de computer koopt mis je zoveel, zoals de geur, de sfeer en het in handen hebben van het boek. Ik bedoel daarmee de echt zeldzame boeken.

 

Wat lees je zelf graag?

Eigenlijk van alles. Het liefst de vroege kerkvaders, oude theologie 16e tot 18e eeuws, waaronder het liefst de puriteinen. Daarnaast onderzoek ik ook graag allerlei andere godsdienstige stromingen, (kerk)geschiedenis, (vak)literatuur en boeken over boeken, dat zijn naslagwerken die ik nu eenmaal nodig heb in dit vak.

En stap je zelf graag ook ‘nieuwe’ boekwinkels binnen of liever alleen antiquariaten? Speur je zelf antiquariaten en/of kringloopwinkels af op zoek naar geweldige vondsten?

Ik reis veel en bijna op ieder station stap ik in een Brunawinkel, om te zien wat er zoal te koop is. Het liefst duik ik in een rommelig antiquariaat. Vroeger was ik uren zoek bij antiquariaat van den Tol in Dordrecht; achter in het hok waar de boeken nog niet geprijsd waren. Dus vers boekenvoer uit 1600 en 1700. In kringloopwinkels kom ik nooit. Meestal komen ze zelf vanuit een kringloopwinkel naar mij toe.

Ik kan hier verder nog aan toevoegen dat de markt van oude boeken redelijk stabiel blijft op het gebied van topografie, manuscripten, boeken met handingekleurde gravures et cetera. Alleen theologische boeken, die komen steeds meer en meer op de markt. Desbetreffende antiquariaten staan stampvol met dit soort boeken en de kopers worden minder. Deze markt lijkt verzadigd. Naar mijn oordeel moet de prijs naar meer dan de helft zakken zoals dat  terecht gebeurt op de veilingen van Burgersdijk en Niermans, Van Stockum en Bubb Kuyper.

https://www.hebban.nl/artikelen/de-week-van-het-oude-boek-een-terugblik